Opleidingsopdrachten

Opdracht 1:

Opdracht 1a: Hoe zoek je een onderwerp goed op? Wat is je hoofdvraag? Voordat je beslist waarover je informatie op gaat zoeken moet je weten wat je zoek termen zullen zijn. Wanneer je je hoofdvraag hebt gevonden bedenk je sub vragen want zonder die sub vragen kom je niet achter je hoofdvraag. Je stelt jezelf de vragen wie, wat, waar, wanneer, welke, hoe en waarom om achter het antwoord op je hoofdvraag te komen. Daarna ga je op zoek naar je bronnen welke sites ga je gebruiken?

 

Je verzamelt, selecteert en controleert wat je hebt gevonden en hoe je da het beste kan gebruiken. Je kan ook het woord KODAK gebruiken

K – kwaliteit

O- oorsprong

D – doel

A –actualiteit

K – kwantiteit

Om je informatie te verwerken evalueer je je informatie.

Opdracht 1b: Wat is een URL? URL staat voor uniform resource locater of te wel: gelijke bron bepaler. Wat de naam van de URL is kan al laten zien wat voor een soort site het is. Zo kan je gemakkelijk je bronnen controleren. Bijv. de landcode .nl achter een url betekent het volgende.

Wees altijd kritisch over wat je hebt gevonden op het internet. Vergelijk de informatie altijd met die van andere sites. En zoek naar de maker van de site zo kan je ook je bronnen controleren. een homepage is de eerste pagina van een website. Deze krijg je voor je als je een url intypt. De onderdelen van een url worden gescheiden door een slash. Hoe langer de url hoe meer vervolg sites er zijn.

Een goede site geeft antwoord op de volgende vragen: 1. Voor wie is de site bedoeld? 2. Waar gaat de inhoud over? 3. Wat wil men bereiken met de aangeboden informatie?

Wanneer dat niet lukt kun je jezelf de volgende vragen stellen:

  • Voor wie is de site bedoelt?
  • Hoe ziet het menu eruit?
  • Heeft de site een sitemap?
  • Krijg je op deze manier een goede inhoud van de site.

Wanneer een site niet in zijn doel slaagt heb je zelf ook niet veel aan de site. Ook moet je jezelf afvragen of de site geschikt is jou eigen doel te behalen. Is het een geschikte site voor jou? Dit kun je controleren door de volgende stappen te gebruiken.

  • Bedenk 3 vragen over de site.
  • Lees je gevonden informatie door en zoek een antwoord op je vraag.
  • Hoe meer antwoorden je vind hoe waardevoller de site is.

 

Deze dingen kunnen je ook helpen als het doel niet duidelijk vermeldt staat op de homepage.

FAQ

= frequently asked questions Hier wordt antwoord gegeven op veelgestelde vragen. Sommige vragen en antwoorden zullen gaan over de site en over degene die voor de site verantwoordelijk is.

Over deze site

(ook wel: about this site) Hier wordt informatie gegeven over de site en degene die er verantwoordelijk voor is.

Contact

Hier vind je gegevens als een e-mail adres, postadres, telefoonnummer en routebeschrijving. Je zou deze adressen kunnen gebruiken om informatie te vragen over de maker en het onderwerp van de site.

Disclaimer

Hier wordt meestal aangegeven dat de maker niet verantwoordelijk is en niet aansprakelijk gesteld kan worden voor onjuiste informatie of verkeerd gebruik van de informatie op de site. Vaak kun je hier dus ook de naam van de maker vinden.

Colofon

Hier staat vermeld wie de vormgever of de ontwerper (ook wel webmaster) van de site is en wie verantwoordelijk is voor de techniek van de site. Vaak kun je via een e–mailadres contact leggen met deze persoon of personen.

 

Is de informatie geschreven door een deskundige?

Er zijn twee gevallen:

  • De informatie komt vanaf een organisatie.
  • Is het een bekende organisatie/ ken je de organisatie?
  • Hebben andere sites het over deze organisatie?
  • Geeft de site informatie over de personen die hebben meegewerkt?
    • De informatie is afkomstig van 1 of meer personen.
  • Werk/ werken deze personen in dienst bij een bekende organisatie?
  • Hebben de personen een studie gevold over het onderwerp?
  • Hoe lang hebben deze personen al ervaring?
  • Waar hebben zij de informatie vandaan gehaald?

 

Als je wil weten of informatie betrouwbaar is geef dan antwoord op de volgende vragen.

  • Wat is de eerste indruk van de site?
  • Hoe is men aan de informatie gekomen?
  • Bevat de site een link naar een site met bijv. literatuur?

Maar je kan ook kijken naar:

  • Typ of spelfouten
  • De site vergelijken me een andere site.
  • Wanneer de site niet alleen en eigen mening geeft
  • Of de site een mening wil opdringen.

 

Ook moet je kijken of een site goed onderhouden is. Je hebt er niks aan als informatie 5 of meer jaar oud is.

Opdracht 1c:

www.kinderplezier.com

0-7 punten (maximaal aantal te halen punten: 35)

Dit is veel te weinig om van een betrouwbare site te kunnen spreken. De kwaliteit is ver beneden peil. Wordt er reclame gemaakt op de site, dan zijn er een aantal punten in mindering gebracht. Dit kan voor een deel de oorzaak zijn van de lage score. Probeer een betere site te vinden op internet.

 

Een site moet minimaal aan de volgende punten voldoen:

- De site geeft duidelijk aan wie de maker is en hoe je deze kunt bereiken.

- Het doel van de site wordt aangegeven.

- De informatie is actueel gehouden.

- Er wordt een datum gegeven van de laatste update of van het ontstaan van de site.

 

De site is erg onoverzichtelijk en rommelig, een hoop links werken op dit moment niet en wat je nou precies met deze site kan wordt niet echt duidelijk voor mij. De site is onoverzichtelijk omdat alles door elkaar staat en er niet echt een menu is waaruit je kan kiezen. Wat ik van de site begrepen heb is het een startpagina die alleen maar door verwijst naar andere pagina’s. Ze zouden de site vaker moeten updaten en bekijken welke links er nog wel en welke er niet meer werken. Ik denk niet dat kinderen hier veel van leren. Even omgerekend scoort de site een 2 wat ongelooflijk laag is.

 

http://www.epilepsie.nl/kinderen

16-23 punten (maximaal aantal te halen punten: 35)

Deze site scoort heel behoorlijk, maar het kan altijd nog beter. Bekijk de informatie kritisch. Probeer een aanvullende site te vinden die beter scoort. Als er reclame op de site voorkomt, dan is dat uiteraard zeer nadelig voor de score, terwijl de site misschien op andere punten goed voldoet.

Deze site gaat over epilepsie. Deze site is speciaal gemaakt voor kinderen. Kinderen kunnen er informatie van halen omdat ze iets willen weten of bijvoorbeeld een spreekbeurt doen over epilepsie. Ik vind het goed dat een site als dit bestaat Epilepsie komt veel voor in het dagelijks leven en bij best wel veel mensen. Deze site is een kleinere site van de gewone epilepsie site. De site is duidelijk en overzichtelijk en je ziet gemakkelijk waar je heen moet om informatie te kunnen vinden die jij nodig hebt. Ik zou deze site zeker aanraden om te bekijken voor kinderen. Vooral als je een speekbeurt gaat houden.

 

http://www.hoikentalis.nl/

16-23 punten (maximaal aantal te halen punten: 35)

Deze site scoort heel behoorlijk, maar het kan altijd nog beter. Bekijk de informatie kritisch. Probeer een aanvullende site te vinden die beter scoort. Als er reclame op de site voorkomt, dan is dat uiteraard zeer nadelig voor de score, terwijl de site misschien op andere punten goed voldoet.

Zelf kende ik deze site hiervoor nog niet. Het is een leuke site over zieke kinderen, Kinderen met autisme etc. Kinderen leren spelenderwijs informatie over deze onderwerpen. Door bijvoorbeeld spelletjes te spelen in de wachtkamer van de dokter. Hier kom je verschillende dieren vriendjes tegen. Een vriendje heeft last van zijn oren, de ander heeft woede aanvallen etc. het is een erg leerzame site voor de kinderen, Misschien dat ik hem zelf ook nog wel een keertje ga gebruiken in de klas op stage. Ook vind ik dat er meer aandacht moet komen voor kinderen met een ziekte.

 

 

Opdracht 2 & 3:

Opdracht 2:

  1. Mediawijsheid zijn de competenties die je nodig hebt om met de media te kunnen werken zoals facebook, youtube, word etc. Je bent dus mediawijs wanneer je genoeg kennis, vaardigheden en attitude hebt om de media te kunnen gebruiken. Media weet heel veel over je. Dit heeft nadelen en voordelen. Voordelen zijn: Je kunt snel dingen opzoeken en kunt ook snel contact leggen met iemand die misschien wel aan de andere kant van de wereld woont. Maar er zijn ook zeker nadelen aan media. Media weet dus heel veel over je. Ze kunnen ongewenste reclames op de site die je aan het bekijken bent zetten. Dit is vaak erg hinderlijk.
  2. Kinderen kennen de oudere media van vroeger niet meer zoals kranten, foto’s of schilderijen. Voor hun is media al heel gewoon geworden. Kinderen hebben al veel computer vaardigheden en kunnen ook al goed werken met de computer. Via verschillende computer programma’s kunnen kinderen spelenderwijs leren reken of taal. Zo blijft leren leuk voor ze. Er zijn verschillende thema’s die worden behandeld. Via de computer programma’s. Ook is het een voordeel dat rondslingerende schriften en boeken worden vervangen door de computer en de computer alles opslaat. Een stuk minder makkelijk kwijt raken dus!
  3. Grooming is het lokken van kinderen voor seksuele bedoelingen. Dit gebeurt vaak via internet op populaire chatsites. Volgens het account zit er een leuke jonge jongen achter de computer. Maar in werkelijkheid zit er een veel oudere man achter de computer. Vaak gebeurt dit via de computer omdat het in het echt meer tijd kost. De puber vind het chatten interessant. Er ontstaan vele gesprekken waardoor een vertrouwensband ontstaat met degene met wie je chat. De cyberlokker zorgt dat de puber zich vertrouwt voelt en alles met hem/ haar deelt. De cyberlokker zal nadat hij je vertrouwen heeft gekregen je vragen om iets uit te trekken voor de webcam en nog erger af te spreken. Vaak durven de kinderen dit niet aan hun ouders te vertellen omdat ze bang zijn.
  4. Ik zou het belangrijk vinden om het op school vooral te hebben over grooming. Rond groep 7/8 gaan de kinderen puberen ze vinden de wereld verkennen leuk en kennen op dat moment nog geen grenzen. Ze zijn naïef en erg vatbaar voor grooming. Ook zou ik het belangrijk vinden om het op school te hebben over “hoe gebruik je nou eigenlijk een computer” of “hoe werk ik met een computer” zodat kinderen kennis krijgen over het gebruik van computers.

 

Opdracht 3:

  1. Internetsex met leeftijdsgenoten blijft nog steeds internetsex. Er zijn zoveel nadelen aan. Zo kunnen mensen ongewenst je foto’s verspreiden of ermee dreigen. Ze willen steeds meer van je. En uiteindelijk kan je zelf je grenzen niet meer zeggen omdat je bang bent dat diegene aan de andere kant boos wordt. Wanneer je erg onzeker bent voel je je daarin tegen wel mooi. Maar je toch liever niet mooi voelen en niet bedrogen dan je wel mooi voelen en wel bedrogen. Tevens wordt je waarschijnlijk toch alleen maar gebruikt voor de internetsex en beteken je niks voor diegene.
  2. Ik vind het zelf nogal dom om mee te doen aan dat internetsex gedoe. Je weet nooit wat mensen met je foto’s doen. Dit geldt hetzelfde voor de webcam. Mensen aan de andere kant van het scherm kunnen screenshots maken en deze verspreiden. Stel dat diegene zegt dat je veel voor hem/ haar betekent dan komt die dat maar bewijzen. En niks via de webcam. Heb ik zelf een hekel aan. Dus laat je niet overhalen en begin er niet aan. Er komt meer ellende van dan goeds.

Opdracht 4 & 5:

Opdracht 4:

4a. Voor ouders van kinderen tot 12 jaar

You got 33 of 44 possible points.

Your score: 75 %

U bent ervaringsdeskundige. Het lijkt erop dat u net zo veel plezier beleeft aan het gebruik van digitale media als uw kind. U vindt het geen enkel probleem om uw kind op weg te helpen in het gebruik van sociale media, internet of games. U blijft erbij, legt uit en komt samen tot nieuwe ontdekkingen. Misschien bent u zelf wel een fervent twitteraar of gamer, of zit u met regelmaat op MSN of Facebook. Dat is dan mooi meegenomen voor uw kind, want dan weet u hoe het werkt.

Kinderen zijn geen volwassenen Toch is het goed u ervan bewust te zijn dat kinderen anders met media omgaan dan volwassenen. Ze zijn minder ervaren in het sociale verkeer dan wij en daarom kwetsbaarder. Ook kunnen kinderen nog niet altijd de gevolgen van hun daden overzien. Ze zien niet de gevaren van het op Hyves plaatsen van hun adres of naam van de school.

Praat over de (onbedoelde) effecten De anonimiteit van internet maakt dat kinderen er openhartiger durven zijn dan op het schoolplein. Fijn, want zo kunnen ze hun twijfels en onzekerheden in een chat bespreken met zielsverwanten zonder er later op te worden afgerekend. Maar het risico van die anonimiteit is dat het taalgebruik al snel verhardt. Je hoeft immers niet bang te zijn dat je een klap krijgt als je iemand via de chat uitscheldt. Leer uw kind wat het effect kan zijn van geschreven woorden, en dat ook grappig bedoelde opmerkingen verkeerd over kunnen komen. Wordt uw kind zelf uitgescholden? Zolang het niet persoonlijk bedoeld is, kun je dat maar beter zoveel mogelijk negeren. Is het wel persoonlijk bedoeld (bijvoorbeeld getreiter van klasgenoten op MSN) of wordt het echt te gek, laat het kind dan een screenshot maken en de chats bewaren als bewijs.

Let op de kosten En dan zijn er nog de kosten. Vaak komen kinderen via sociale netwerksites terecht op populaire spelletjes als Happy Harvest, of ze spelen in virtuele werelden zoals Habbo, Runescape of Stardoll. Deze sites laten kinderen eerst gratis spelen, maar proberen ze daarna met ‘echt’ geld te laten betalen voor credits. Vaak kan dat gewoon met een sms, zonder tussenkomst van een volwassene. Wie een gepeperde rekening op de deurmat wil voorkomen, kan daar maar beter duidelijke afspraken over maken. Bijvoorbeeld dat u bij aankoop van credits altijd even meekijkt. Voor kinderen is het bovendien heel moeilijk om onderscheid te maken tussen een grappige cartoon of reclame. Ze moeten leren dat al die leuke dingen op internet gratis en bereikbaar lijken, maar het meestal niet zijn. Daar hebben ze uw hulp nog hard bij nodig

 

4b. Ik ben zelf ook erg open opgevoed. Alles is bij ons thuis te vertellen en over te praten. Daardoor kies ik zelf ook snel voor de open opvoedingsstijl. Kinderen komen hoe dan ook in contact met de media. Dan kan ik ze beter helpen en uitleggen wat wel en niet kan. In plaats van dat ze alles zelf uit gaan zoeken en dus te maken krijgen met grooming. Ook vind ik dat media niet het hele leven moet overnemen. Kinderen moeten ook lekker buiten zijn en met vriendjes en vriendinnetjes spelen. Wanneer mijn kind een facebook account zou willen hebben op 10 jarige leeftijd zou ik mijn kind het helpen maken, er duidelijke afspraken overmaken en zijn/ haar profiel afschermen zodat niet iedereen er toegang toe heeft.

 

Opdracht 5:

5b. Voor mij was er niet veel nieuw in de tekst. Alles was al redelijk helder. Kinderen vinden media erg interessant en hoe ouder wij worden hoe meer er met de media gebeurt. Dus zou ik mijn kinderen er niet vanaf houden. Wel zou ik de media samen ontdekken en leren kennen. Wanneer ik dit samen doe kan ik zien wat de kinderen wel en niet doen. Ook kan ik ze gelijk het goede gedrag aan leren wat je hoort te hebben op de computer. Ik vind dat je je kinderen open moet opvoeden. Zelf moeten ze het ook leren kennen, vallen en opstaan. Maar ik zal altijd voor ze klaar staan.

Opdracht 6, 7 en 8

Opdracht 6:

De vragen:

1. Welke apps/ programma's gebruik je op de computer, i-pad etc?

2. Hoeveel uur per dag maak je hier gebruik van?

3. Hoeveel uur per dag mag jij van je ouders gebruik maken van computer, i-pad etc?

4. Welke games zijn populair om te spelen?

5. Doe jij aan online gaming?

6. Welke afspraken zijn er met je ouders gemaakt over het media gebruik?

7. Hebben jou ouders je ingelicht over de gevaren van media?

8. Heeft jou school je ingelicht over de gevaren van media?

9. Beïnvloeden vrienden/ kennissen jou media gebruik?

10. Kom je door de het vele media gebruik nog veel buiten?

 

Ik heb een intervieuw gehouden met mijn broertje (15) en zwager( 13),

 

 

 

Opdracht 7:

Vraag 1: Wordt er op school voorlichting gegeven over mediawijsheid?

Wij geven op school geen voorlichting over mediawijsheid. Wel is dit onderdeel van jaarlijkse thema-avonden, waar de GGD ouders informeert over media en de invloed op jongeren.

Vraag 2: Zouden jullie wel voorlichtingen willen geven over mediawijsheid?

Nee, Omdat het al een onderdeel is van onze jaarlijkse thema-avonden vinden wij het als school niet aanvullend om nog een op zich zelf staande voorlichting hierover te geven. Ook ligt het voorlichten over mediawijsheid voor een groot deel bij de ouders.

 

 

Vraag 3: Worden de vuilkuilen van de media bespreekbaar gemaakt (in de klas)?

Computers, I-Pads, Facebook, Twitter…wordt allemaal onderdeel van het huidige onderwijs. De leraar probeert hier het juiste voorbeeld in te geven en valkuilen bespreekbaar te maken. Er ligt ook een grote rol bij ouders, wat maakt dat wij media en gebruik hiervan regelmatig op informatieavonden voorbij laten komen. Het liefst met behulp van een extern adviseur.

Vraag 4: Wordt er regelmatig gecontroleerd wat de kinderen doen met de computers, i-pads etc?

Wanneer de leerkracht rondloopt in de klas wordt er ook gecontroleerd wat de kinderen doen op de computers en i-pads. Ook wordt er gecontroleerd of ze natuurlijk wel doen wat ze moeten doen. Ook wordt er in groep 1/2 precies bijgehouden wie wanneer op de computer of i-pad is geweest. Wanneer wij wel constateren dat de kinderen fout media gedrag hebben zullen deze kinderen niet meer op de computer of i-pad mogen of onder streng toezicht.

Vraag 5: Zijn er afspraken over het computer en i-pad gebruik?

Ja, Kinderen mogen 2 keer per week een blok kiezen voor de ipad. Dit wordt bijgehouden op het digikeuzebord. Ook moeten de kinderen wanneer ze op de i-pad zitten leerspelletjes doen. Zoals: Letterschool. Tenzij de juf/ meester zegt dat je wat anders op de i-pad mag doen.

 

 

 

Opdracht 8:

1. Een medestudent gecyberpest werd.

Wanneer ik erachter zou komen dat een medestudent gecyberpest zou worden zou ik mij ermee gaan bemoeien. Ik vind cyberpesten de meest verschrikkelijke en zielige manier van pesten. Dat zijn dus mensen die dat schijnbaar alleen maar durven vanachter hun computer en dus niet face-to-face. Ook face-to-face zou ik het niet accepteren maar dit is wel heel laf. Ook zou ik voor mijn medestudent opkomen en er alles aan doen zodat het pesten stopt.

 

2. Interview je stagebegeleid(st)er/andere professionele opvoeder wat hij/zij zou doen als hij/zij wist dat er gecyberpest werd in de klas.

Op onze school worden ouders direct betrokken bij dergelijke pesterij. Dit is niet anders dan wanneer de kinderen fysiek gepest worden. Tevens wordt er intern gesproken over een eventuele interventie door het onderwerp regelmatig in de klas bespreekbaar te maken volgens onze eigen Kanjerregels (Kanjertraining).